dinsdag 7 april 2009

Vandaag ‘China baaldag’…or so called China blues.

Vandaag heb ik heel hard zin om weg te lopen. Weg te lopen uit China. Weg van alles. Vandaag onderga ik een baaldag en iedereen mag het weten. Ik heb geen zin in Chinees eten en vraag me af of er echt niks anders is dan rijst of noedels op het menu? Nee? Ah. (zucht) Twee maanden ben ik hier welgeteld en terwijl ik mijn beste vriend, de Italiaan T, hier zie "verChinezen", vraag ik me af hoe het mij vergaat. In hoeverre kan een mens zich assimileren in een andere cultuur? Hoe hard de Chinezen ook roepen of praten, ik antwoord soms: “Wo ding bu dong. Ding bu dong.” I don’t understand, don’t get what you’re saying. (Of maw officieus: No use trying, don’t feel like talking, leave me at rest. Xiexie!) Iedere dadi (taxi) die ik betreed, word ik overstelpt met een eindeloze reeks vragen. ‘Je ziet er Chinees uit, waarom ben je het niet?’ Tjah, why? Er zijn ook Aziaten in Belgie, laat staan in Europa, you know…Ik zie ze vol ongeloof naar me staren alsof ik het over de maan heb, waar in feite geen kat vertoeft, dit ter zijde. Guess they never heard of that, Asians in other parts of the world? (Roll with the eyes, there we go again. Grr.) Soms kom je hier de raarste vragen tegen, maar ook de raarste antwoorden omdat ze niet eens een antwoord geven op jouw vragen. Vaak luidt het antwoord dan ook nog in het Chenglish. Lachen alom. Laatst ging R, de Australische leraar, naar de wc ergens in the back of a local restaurant, a.k.a stortplaats, en belandde in een donker achtersteegje far away from all decency. De studentes die hem de plaats aanwezen, geneerden zich dood en eentje haspelde al giechelend en beschaamd: “The bath is unhappy.” Eeeek?! Shenme shuo?? What are you saying, sweet girl…Ok, ze bedoelde, dat de wc nogal een triestige aanblik gaf. Hebben wij gegierd. Mei guanxi, doesn’t matter, it’s ok. Soms zou je ze willen doodknuffelen, omdat hun Engels woordgebruik en zinstructuur alles overtreft en het zodanig cute overkomt dat je niet anders kunt dan het hen te vergeven. Perfect Engels zul je nooit uit hun lieftallige en verlegen mondjes horen, maar wel heel af en toe klaart je dag op als je een zonderling tegenkomt die zich wel klaar en duidelijk verstaanbaar kan maken. Yes! Xiexie. Eindelijk iemand die even goed Engels spreekt als ik Chinees. ;-)

De gedachte overvalt me dat sommige Chinezen waarschijnlijk hun leven lang nooit een voet buiten dit immense land zullen zetten, laat staan de kans zullen hebben een ander land te betreden. Net alsof China het middelpunt van hun bestaan is, wat ergens wel klopt. Af en toe overvalt je een bepaalde tristesse, ondergaat iedere buitenlander na welgeteld x-aantal maanden eens je het onderwerp ‘Me misses home’ aankaart. Je hunkert naar de vrienden thuis en hun grappen alom, een maaltijd die niet eens met eetstokjes wordt verorberd, maar deftig met mes en vork. Geen schrokpartijen of boeren en winden non stop rondom je heen. Dit alles wat ik zeg is waar, het cliché bevestig zichzelf. En hoe dieper je je onderdompelt in de Chinese society, hoe meer verbazingwekkende dingen ontdekt die je nooit voor waar hield. Soms moet je gewoon 'stop' zeggen en trachten de bright side of life in gedachten te houden anders word je hier echt cynisch. Bijvoorbeeld de vuiligheid op straat en in de restaurants hangt je op den duur de keel uit dat het soms beter is je ogen te sluiten en te doen alsof het je niet deert kan schelen, zodat je ogen niet vol afgrijnzen alle plastic zakken, flesjes, blikjes, karton en etenresten gadeslaan. Tot vervelens toe merk je dat Chinezen non stop vuil weggooien op straat, in hun buurt, in de vele parken, in hun eigen huis, op kantoor, in de bus, de trein…Overal! Recycleren? Nooit van gehoord. Is Chinees voor hen. Bah! Grote boosdoeners voor het milieu, die Chinezen. Ik houd mijn hart vast eens ze het Westerse fenomeen ‘pampers’ zullen introduceren in China. Nee, aub, dank je! Dat wordt pas milieuverontreinigend. Ik verkies dan nog liever de aanblik van blote billetjes en kleintjes die op hun ukje overal hun plasje en ditje en datje achterlaten. Dat is tenminste nog the natural way…Hold nothing against that.


Wat ik tot nu toe geleerd heb, is te veel om op te noemen, maar als ik er eentje mag noemen dan is het deze: the Chinese way of doing business. Guanxi guanxi guanxi…en nogmaals guanxi. Je hoort het juist. Networking oftwel relaties, een fenomeen dat wereldwijd wordt toegepast maar in China duidelijk alle grenzen overtreft, of moet ik zeggen menig deuren opent. Je krijgt de toegang tot menig achterdeurtjes en soms bereik je zelfs via een achterdeur je einddoel. Waw! Interesting kan je het zeker noemen. Ik kwam laatst in contact met K. mijn nieuw contact en lokale advokaat turned into recruiter of teachers. Hij vertelde me het een en ander, zaken die infeite het daglicht niet zien omtrent het reilen en zeilen van Chinese scholen wat betreft het beleid en aanwerving van Engelstalige leraren. En ja, het zou niet China zijn mocht het allemaal via achterdeuren verlopen. Zonder dat ik te verstaan gaf wat mij overkomen was, bleek meteen dat mijn school 'bu hao!' was. Slecht dus, dat was duidelijk. Ik verhoopte nog op een postief antwoord, maar het werd duidelijk dat de school blacklisted was.


Met mijn Chinees spraakvermogen gaat het goed. Zodanig goed dat ik het lokaal dialect onder de knie begin te krijgen. Wuhan staat bekend om haar ‘Wuhan hua’, ook bekend als het Wuhanees dialect. Vooral hard en luid praten, zodat iedereen je kan horen en constant de sisklank 'sss' laten zegevieren. Kom niet af met 'sh', zoals in het woord shower. Begrijpen ze niet. Spreek je het woord uit met een duidelijke s-klank, geen probleem. Join the club, you're one of Wuhan! En zo kwam het dat ik mijn putonghua of ABC overboord gooide en mij het Wuhanees dialect eigen maakte. Wel...soms toch, dit uit noodzaak als ik merk dat de Chinezen mijn Algemeen Beschaafd Chineese, oftewel standaard Chinees (weeral) niet verstaan. Een ander weetje: Voor buitenlanders lijkt het tevens alsof Wuhanezen constant ruzie maken, als het ware verbaal in de clinch liggen met elkaar, maar niks blijkt echter waar. Vaak zijn ze simpelweg lekker gezellig aan het keuvelen, over allegaartjes zoals hun familie aan het keuvelen…Hum. Indeed. Trust me. En ik maar denken dat ze constant aan het bekvechten waren. Geregeld heb ik Chinese koppels zien ruzie maken op straat. De man zit gehurkt neer op de straatstenen en staart als een verslagen hond naar de grond, terwijl de dame in kwestie -vriendin of vrouw, wie zal het zeggen- hem de huid vol scheldt. Dergelijke straattaferelen heb ik hier maar al te vaak gezien. De vrouwen in Wuhan zijn nogal berucht om hun agressieve aanpak en hun luide “keelklanken”. Women rule. And men have to obey. Welcome to Wuhan town! O ja, vergat ik je te vertellen dat wachten in de rij of niet drummen in de bus hier niet uit den boze is? Met zijn allen duwen zodat de allerlaatste er nog bij kan. Nou ja, de laatste werd enkele haltes later de voorlaatste en de voorlaatste weer de 3e laatste enzo. Op een dag kwam er plots een oude man bij en schreeuwde naar al het volk op de bus dat we ruim baan moesten maken speciaal voor hem. Kuch. Wie stond er vlak aan de deur waar hij wou instappen? Je raadt het goed. Ik dus...Heeft hij daar niet staan schreeuwen naar mij, minutenlang? Heel agressief duwde hij de hele meute naar achteren, maar geen kat die reageerde. In Belgie had men deze man al lang buitengezwierd, no doubt! Ik dacht werkelijk dat hij bijna in mijn gezicht ging rochelen van woede. Het feit was dat ik echter geen ruimte meer kon vrijmaken vooraan, doordat het volk achteraan al opeengeperst zat en ik bijgevolg als enige de scheldtirade mocht aanhoren. Ik kwam bijna gek -jawel, met die oude gek in mijn buurt die stond te briesen van woede- en was blij dat ik uit een oververhitte bus kon klimmen na een beklemmende rit van 40 minuten. Werkelijk 'klim-men', niet stappen. Laatst besprak ik met een taxi chauffeur via het zijraam van zijn auto de weg naar mjin bestemming. Klom er daar niet een Chinees hupsakee in de taxi en gaf bevel aan de chauffeur dat hij meteen moest aanzetten. Zouba! Ik stond erbij en keer ernaar. Soms vraag je je af of ze echter over manier beschikken, de Chinezen. Blijkbaar ben ik hier in de meest vriendelijke stad terechtgekomen, o jee!